Lessen

Keuze les 2: De aangevochten vrijheid

Doelen:

  • Laten zien dat onderwijsvrijheid in heden en verleden een aangevochten vrijheid is
  • Met argumenten kunnen aangeven wat er vanuit geloofsstandpunt en logisch denken vóór bijzonder onderwijs te zeggen valt
  • Met argumenten kunnen beredeneren waarom het bestaan van bijzondere scholen niet hoeft te leiden tot verdeeldheid in de samenleving.

Opbouw:

Introductie

Laat het fragment van Lubach horen. Vertel de leerlingen dat we in deze les gaan nadenken over voor- en tegenstanders van bijzonder onderwijs.


Gesprek

Het gesprek zal per klas verschillend verlopen. Een mogelijke opbouw:

  • Print het bestand Stellingen met afbeeldingen dubbelzijdig uit. U heeft nu 10 stellingen, met aan de achterzijde van het blad een afbeelding van de persoon die deze stelling heeft uitgesproken.
  • Geef de eerste vier bladen aan kinderen -dit zijn de tegenargumenten- en laat ze op de gang even oefenen met het uitspreken van het argument
  • De tegenargumenten tegen bijzonder onderwijs komen binnen en worden plechtig voorgelezen. De leerlingen zien de afbeelding en horen het argument. U toont de dia’s. Andere leerlingen krijgen de opdracht om in hun werkboekje de tegenargumenten in hun eigen woorden op te schrijven. Wat wordt hier nu gezegd?
  • Bespreek c, orden de argumenten en bespreek dat personen zowel uit het heden als verleden ten tonele zijn gevoerd.
  • Laat de leerlingen proberen om zelf de tegenargumenten te weerleggen. Deze worden genoteerd in het werkboekje
  • De 6 argumenten vóór bijzonder onderwijs worden aan leerlingen gegeven en zij oefenen het uitspreken van die argumenten.
  • De voor-argumenten worden voorgedragen. Kunnen we de tegenargumenten nu voldoende weerleggen?
  • Meta-reflectie: Laat de leerlingen opschrijven wat ze van deze les hebben geleerd.

Meer content

  • Heeft u aanvullingen op de inhoud van deze les? Schroom dan niet, maar stuur het ons toe, zodat we het op de website een plekje kunnen geven.
    Inhoud insturen