Bron: Ton van der Schans
Drie fasen van de Schoolstrijd:
- 1e fase van de Schoolstrijd:1806-1857 Doel: De christelijke staatsschool.
- a) strijd om het behoud van de (orthodox) christelijke school (met de Bijbel). Dit was de christelijke staats- of openbare school.
- b. de gesplitste staatsschool. Toen men rond 1840/1848 besefte dat dat niet lukte, ging men denken aan een splitsing van de openbare scholen in protestantse, katholieke een Joodse publiekrechtelijke gezindtescholen (die door de plaatselijke overheid betaald zouden moeten worden. Groen van Prinsterer is van a en b de actor intellectualis/initiator. B zou je een soort openbare hotelschool kunnen noemen
- 2e fase: 1857- 1878: Oprichting van bijzondere scholen na de onderwijswet van 1857.
- 3e fase : 1878-1917. Strijd om gelijkberechtiging= financiële gelijkstelling openbaar en bijzonder onderwijs.
Enkele feiten en chronologie betreffende de Schoolstrijd.
Partijen: wordt bepaald door de tijd/fase van de Schoolstrijd.
In de kern een strijd van orthodoxen protestanten en rooms-katholieken, en ook ethisch-irenischen tegen verlichte christenen.
Dus geen strijd van christenen tegen heidenen (seculieren), ook niet van Christendom- Liberalisme alleen, maar ook een strijd binnen het christendom: orthodoxie tegen cultuurchristendom.
Hoofddoelen van de Schoolstrijd:
- Herkerstening van de samenleving. De confessionelen wilden een vrijheid voor zich zelf, maar dus ook de ander herkerstenen naar de eigen opvattingen.
- Handhaven rechten en verantwoordelijkheden van de ouders tegenover een naar ‘alvermogen heersende staat’. De ouders wilden hun kinderen volgens hun specifieke godsdienstige opvattingen vormen. Wel kwam al snel i.p.v. de ouders, de (afgescheiden) kerk naar voren.
- Gelijkberechtiging van het openbaar en bijzonder onderwijs