Historie

De kerk heeft geen actie ondernomen

Bron: Ton van der Schans

Toen de kerk het initiatief tot verzet niet heeft willen en kunnen nemen, hebben anderen dat gedaan. De verbleking van het oorspronkelijke, door een calvinistische geest doortrokken onderwijs en de koerswijziging van dit onderwijs, riep een reactie op. Het slap godsdienstig aftreksel van het krachtige calvinisme van voorheen, botste met het levendige en innige godsdienstig besef van Reveil en Afscheiding. In deze twee stromingen én het protest van de rooms-katholieke geestgelijkheid, balde het verzet tegen het rationalisme en deïsme van de tijdgeest, zich samen. In 1823 verscheen Da Costa’s Bezwaren tegen de geest der eeuw. Volgens Da Costa werden in het optimistische schoolklimaat van zijn tijd de kinderen gevormd tot duiveltjes van hoogmoed’. De Afgescheidenen vroegen naar ‘een school waarbinnen de kinderen onderwezen zouden worden ín de waarheid die naar de godzaligheid is’. Ze scheef de oer-gereformeerde boer Dirk Hoksbergen uit Wilsum bij Kampen in een ‘open brief: ‘de schoelen bint net so bedurven as de karken en zollen wie er uut blieven , maar sturen onse kienders der henne’? Veel Afgescheidenen begonnen met het thuishouden van de kinderen. Hier en daar begon een vader of moeder zelf zijn kinderen te onderwijzen. Een buurvrouw vroeg haar buurvrouw: ‘mag ik mien kinders ook bi jou sturen, i kunt er haast net zo goed vier leeren as twee’. De politie arresteerde haar en de rechtbank deed haar enige dagen in de gevangenis terechtkomen. ‘Ik kon niet denken’ zeide zij ‘da ‘k doar kwoad an edoan hadde’. Een hulponderwijzer die zijn orthodoxe godsdienstige opvattingen in de school uitte, werd als een dweper en fijmelaar van deze school weggejaagd. Wel zeiden sommige vrienden van wie de kinderen ook niet naar schoolgingen: ‘hi kan jou en mien kinders wel leeren. Onze kamers bint groot genog, woar er en stuk of wat bi mekoar kunt komen’. De politie vernam het. Ook hij ging achter de tralies. ( G.J. de Vos, Groen van Prinsterer en zijn tijd 1800-1856), p. 260). Bekend is het verhaal uit 1845 van meester Gangel, onderwijzer aan de openbare school in Appeltern, een dorpje aan de Maas in Gelderland. Hij werkte al zes jaar zonder moeilijkheden op de school. Door gin persoonlijke christelijke overtuiging kleurde hij het onderwijs. Totdat er een nieuwe pastoor kwam. Deze eiste van Gangel de uitvoering van de nieuwe voorschriften uit het K.B. van 1842. Hij mocht niet meer uit de Bijbel vertellen wat hij toch bleef doen. De plaatselijke pastoor hoorde dat van zijn catechisanten en klaagde Gangel aan die geschorst werd. Hij moest ook het kostgeld van zin opvolger betalen. De Reveilpredikanten O.G. Heldring haalde hem als onderwijzer naar de bijzondere school in Hoenderloo.